Het terugkomen op een aangegane vaststel­lingsover­eenkomst
Home 9 Wederzijds goedvinden 9 Het terugkomen op een aangegane vaststel­lingsover­eenkomst

Net als bij andere overeenkomst is een eenmaal gesloten overeenkomst bindend en kan de werknemer (of de werkgever) niet terugkomen op een aangegane vaststellingsovereenkomst. Toch zijn er, zoals bijna overal op de regels in het recht weer uitzonderingen.

De bedenktijd

De belangrijkste uitzondering is de bedenktijd, die in de wet is opgenomen. De bedenktijd bedraagt, vanaf vanaf de datum van totstandkoming van de overeenkomst, twee weken, als die termijn expliciet in de schriftelijke beëindigingsovereenkomst (vaststellingsovereenkomst) is genoemd. Als dat niet het geval is bedraagt de bedenktermijn drie weken. Deze regels gelden niet bij een nieuwe beëindigingsovereenkomst, als deze is tot stand gekomen binnen zes maanden na een ontbinding van een eerdere beëindigingsovereenkomst. In zo’n geval is er geen bedenktermijn van toepassing.

Gedurende de bedenktijd heeft de werknemer het recht de aangegane vaststellingsovereenkomst te ontbinden. Hij moet dat wel schriftelijk doen en dus zonodig kunnen aantonen dat de werkgever de ontbindende verklaring heeft ontvangen en daarvan kennis heeft kunnen nemen. Het advies is om de ontbinding met een aangetekende brief te doen. De werknemer hoeft geen reden voor de ontbinding op te geven. Het gevolg van de ontbinding is dat de vaststellingsovereenkomst helemaal van de baan is en de werknemer in principe dus in dienst blijft.

Wilsgebreken

Bij een geslaagd beroep op een wilsgebrek kan de rechter een ontslag met wederzijds goedvinden (vaststellingsovereenkomst) vernietigen. Bij een wilsgebrek gaat het erom dat je weliswaar hebt ingestemd met het ontslag met wederzijds goedvinden, maar dat je die instemming onder normale omstandigheden niet zou hebben gegeven. De belangrijkste wilsgebreken zijn dwang, dwaling, bedrog en misbruik van omstandigheden.