Ingangs­datum WW, de fictieve opzegter­mijn
Home 9 Wederzijds goedvinden 9 Ingangs­datum WW, de fictieve opzegter­mijn

Een ander punt is de ingangsdatum van de WW bij het ontslag met wederzijds goedvinden. Deze is afhankelijk van de datum van totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst, de fictieve opzegtermijn en dag waartegen mag worden opgezegd.

  • de fictieve opzegtermijn is gelijk aan de voor de werkgever geldende opzegtermijn
  • dag waartegen mag worden opgezegd is de eerste dag, tevens zijnde het einde van een loonperiode, waarbij de volledige fictieve opzegtermijn in acht is genomen, vanaf de dag van totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst

In de vaststellingsovereenkomst wordt altijd rekening gehouden met de ingangsdatum van de WW. Meestal is de afspraak zo, dat de WW ingaat op de eerste dag, nadat de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is geëindigd.

Stel: de werknemer krijgt per maand zijn loon betaald. Hij is zes jaar in dienst. Er is geen cao van toepassing. In het arbeidscontract is geen afwijkende regeling opgenomen. Uit de wet vloeit dan voort dat de werkgeversopzegtermijn twee maanden bedraagt. Als de vaststellingsovereenkomst (het ontslag met wederzijds goedvinden) op 25 april is tot stand gekomen, dan heeft deze werknemer met ingang van 1 juli recht op WW.